Voortschrijdend inzicht bij keuze voor een BV

Lees artikel


De verhuurder van een bedrijfspand

Lees artikel


Voortschrijdend inzicht bij keuze voor een BV

Als u ergens voor kiest, doet u dat pas na een goede afweging van de voor- en nadelen. Dat is in het dagelijkse leven zo, maar ook in de fiscaliteit. Als u voor uzelf begint, moet u een keuze maken of u voor eigen rekening en risico gaat werken of de onderneming gaat uitoefenen via een eigen BV. Bij het kiezen van de juiste structuur komt heel wat kijken. De fiscaliteit krijgt vaak de meeste aandacht, maar ook zaken als aansprakelijkheidsrisico, uitstraling en continuïteit spelen een belangrijke rol. Wat betreft de eerste twee elementen (fiscaliteit en aansprakelijkheidsrisico) is er de afgelopen jaren veel veranderd.

Zo is het verschil in belastingdruk tussen de winst van een eenmanszaak en een BV aanmerkelijk kleiner geworden. Enerzijds omdat er in de Wet op de inkomstenbelasting maatregelen zijn genomen om de effectieve belastingdruk te temperen. Anderzijds omdat er steeds meer gekeken wordt naar het salaris dat een directeur enig aandeelhouder aan zichzelf toekent. Door de bijzondere ondernemersfaciliteiten is de belastingdruk op winst lager dan de belastingdruk op een salaris. Door deze nivellering is een BV vanuit fiscaal oogpunt pas interessant als er een aanzienlijke winst overblijft na aftrek van alle kosten (inclusief arbeidsbeloning voor de ondernemer zelf).

Mogelijk wordt het verschil op korte termijn nog kleiner. De overheid overweegt om de fiscale wetgeving aan te passen. Zij wil naast de bekende boxen een winstbox gaan introduceren. Hierdoor is zij nog beter in staat om fiscale motieven bij het kiezen van een rechtsvorm weg te nemen.

Wat betreft de aansprakelijkheid is er ook een bepaalde tendens waar te nemen. Uitgangspunt is dat een BV zelfstandig is. Dat betekent dat wanneer zij bijvoorbeeld failliet gaat, dit behoudens het verlies van het geïnvesteerde vermogen verder geen gevolgen heeft voor de aandeelhouders/bestuurders privé. Al enkele jaren wordt de scheidingswand tussen de BV en de betrokken personen dunner. Steeds vaker kan een bestuurder in privé aansprakelijk worden gesteld. Denk bijvoorbeeld aan de gevolgen van het te laat melden van betalingsonmacht van de BV bij de Belastingdienst. Binnenkort komt hier weer een nieuw regeltje bij. Als besloten wordt om geld uit te keren aan de aandeelhouders (denk aan een dividend) moet het bestuur controleren of de BV dan ook op langere termijn aan zijn verplichtingen kan blijven voldoen. Doet zij dat niet, dan kan het bestuur aansprakelijk worden gesteld.

Kortom, er zijn voldoende redenen om de bestaande ondernemingsstructuur periodiek door te laten lichten. Dit hoeft niet veel tijd te kosten, maar stelt u wel in staat om tijdig bij te sturen.

. . . terug naar boven


De verhuurder van een bedrijfspand

Een particulier die een bedrijfspand of kantoor verhuurt, valt voor de inkomstenbelasting in box 3. Hij betaalt 1,2% over de waarde, na aftrek van de hypotheek, per 1 januari van het belastingjaar. De feitelijk genoten huuropbrengst is in dat geval voor de inkomstenbelasting niet van belang.

Men zou kunnen denken dat zo'n particuliere belegger niets met omzetbelasting van doen heeft. Dat is in z'n algemeenheid niet juist. Iemand die een pand verhuurt, is ondernemer voor de omzetbelasting. Als het om een woning gaat, is de verhuur vrijgesteld voor de omzetbelasting. Over de huur hoeft dan geen btw te worden berekend en de verhuurder heeft ook geen recht op aftrek van btw op bijvoorbeeld onderhoudskosten. Ook de verhuur van een bedrijfspand of kantoor is in de regel vrijgesteld van btw. Maar in sommige gevallen kunnen huurder en verhuurder kiezen voor btw-belaste verhuur. Hiervoor is vereist dat de huurder voor 90% of meer prestaties verricht die onder de btw vallen.

Stel u heeft een kantoorpand laten bouwen en gaat dit aan een accountantskantoor verhuren. Stel dat het pand exclusief btw 1.000.000 Euro heeft gekost. De projectontwikkelaar heeft u 190.000 Euro btw in rekening gebracht. Als u het pand vrijgesteld gaat verhuren, kunt u de 190.000 Euro niet terugkrijgen. Met de huurder komt u overeen dat er zal worden geopteerd voor btw-belaste verhuur. Voor het accountantskantoor maakt dat geen verschil, omdat het de btw toch in aftrek kan brengen. U kunt nu de 190.000 Euro van de fiscus terugvragen. Daarmee verlaagt u de kostprijs van uw belegging van 1.190.000 Euro naar 1.000.000 Euro. Voor de belaste verhuurder moet een aantal formaliteiten worden vervuld, zoals een huurovereenkomst waarin expliciet naar de btw-belaste verhuur wordt verwezen.

Stel nu dat het accountantskantoor het op het laatste moment als huurder laat afweten. Gelukkig heeft zich een andere kandidaat gemeld, namelijk een assurantiekantoor. Assurantiebemiddeling is echter een btw-vrijgestelde activiteit. Hierdoor kan niet worden geopteerd voor belaste verhuur. Dit is een forse streep door de rekening. Het kost u namelijk 190.000 Euro. Hierdoor zult u ook de te vragen huursom moeten heroverwegen. Op basis van een 'brutoaanvangsrendement' van 7% vroeg u van het accountantskantoor een jaarhuur van 70.000 Euro. Van het assurantiekantoor zult u dan 83.300 Euro moeten vragen. U zult er daarnaast rekening mee moeten houden dat bij vrijgestelde verhuur de btw op onderhoudskosten ook niet verrekenbaar is.

. . . terug naar boven


Erven in andere EU-lidstaat wordt vereenvoudigd

De Europese Unie vereenvoudigt het grensoverschrijdend erven in een andere EU-lidstaat. Het tweede huis in Spanje bijvoorbeeld moet makkelijker kunnen worden geërfd als de Nederlandse eigenaar sterft. Dat heeft het Europees Parlement in Straatsburg recent besloten.

Een Nederlandse vrouw die getrouwd is met een Poolse man en in Frankrijk woont, kan voortaan kiezen of haar erfgenamen zullen erven onder de Nederlandse of de Franse wet. Door die versimpeling wordt voorkomen dat er een conflict ontstaat tussen justitie in Polen, waar de erfgenamen wonen, de rechters in Nederland en het gerecht in het land waar de vrouw onroerend goed bezit (Frankrijk).

. . . lees verder op Internet


Werkgeversaansprakelijkheid voor ZZP'ers aangescherpt

Wanneer ZZP'ers of freelancers schade lijden door onvoldoende veiligheidsmaatregelen, dan is de opdrachtgever daar verantwoordelijk voor. Dat besliste de Hoge Raad recent in een zaak van een ZZP'er die een been op de werkvloer verloor en het bedrijf aansprakelijk stelde voor zijn arbeidsongeschiktheid.

De werkgeversaansprakelijkheid strekt zich dus ook uit tot personen die buiten dienstbetrekking voor de opdrachtgever werkzaamheden verrichten in de uitoefening van diens beroep of bedrijf. Hiermee scherpt de Hoge Raad de zorgplicht van werkgevers bij bedrijfsongevallen verder aan.

De wet stelt al duidelijk dat nalatige werkgevers ook aansprakelijk zijn voor bedrijfsongevallen van personen die bij hen werken, maar elders in loondienst zijn, zoals uitzendkrachten. Dat is volgens de Hoge Raad dus nu ook het geval voor ZZP'ers die zonder arbeidscontract in opdracht werken.

. . . lees verder op Internet


Naheffing motorrijtuigenbelasting buitenlands kenteken in strijd met Europees recht

Een bestuurder van een auto met buitenlands kenteken hoeft geen motorrijtuigenbelasting te betalen als hij in de periode waarover wordt geheven, slechts gedeeltelijk gebruik heeft gemaakt van de Nederlandse openbare weg. Deze heffing is strijdig met het Europees recht, vooral omdat er volgens de Nederlandse wet geen recht en mogelijkheid bestaat op teruggaaf, aldus het gerechtshof 's-Hertogenbosch.

Een Nederlander huurde van 2 april tot en met 21 december 2009 in Duitsland een personenauto met Duits kenteken. Met deze personenauto maakte hij gebruik van de openbare weg in Nederland. De belastinginspecteur stuurde hem vervolgens een naheffing motorrijtuigenbelasting over de periode 2 oktober 2009 tot en met 21 december 2009. De autohuurder tekende hiertegen bezwaar (en daarna beroep aan), omdat hij niet dagelijks van de Nederlands weg gebruik maakte. De rechtbank Breda stelde op 4 juli 2011 de autohuurder in het gelijk, zij het op andere gronden dan het hof nu doet.

. . . lees verder op Internet


Heffings- en invorderingsrente 2012 daalt verder

Het percentage heffingsrente en invorderingsrente bedraagt 2,30 voor het tweede kwartaal van 2012. Dit was in het eerste kwartaal dit jaar 2,85. Ook toen was er sprake van een daling. Eind vorig jaar was de rente 3%.

Heffingsrente is een vergoeding van gemiste rente. Als de Belastingdienst geld van u tegoed heeft, dan moet u daarover rente betalen. Heeft u geld tegoed van de Belastingdienst, dan ontvangt u daar rente over. De Belastingdienst berekent de heffingsrente bij het vaststellen van de belastingaanslag.

Invorderingsrente is de rente die u moet betalen als u een belastingaanslag te laat betaalt. De Belastingdienst berekent de invorderingsrente over de periode die begint op de eerste dag na de uiterste betaaldatum en eindigt op de dag voor de dag dat u betaalt.

. . . lees verder op Internet


Willekeurige afschrijving kan niet later teruggenomen worden

De faciliteit van willekeurige afschrijving voorziet niet in de mogelijkheid om een eenmaal in aanmerking genomen afschrijving in een later jaar terug te nemen. Dit heeft Rechtbank Haarlem onlangs beslist.

Een bedrijf had een machine aangeschaft en daarover willekeurig afgeschreven. In 2008 had het bedrijf het reeds afgeschreven bedrag weer negatief opgevoerd als ‘afschrijving tot een negatief bedrag’. In 2009 werd weer een deel van dat bedrag opnieuw afgeschreven. De belastinginspecteur zag dit als een te creatieve toepassing van de mogelijkheid van willekeurige afschrijving.

Dat vond de rechtbank ook. De faciliteit van de willekeurige afschrijving voorziet in de mogelijkheid om ofwel vervroegd, ofwel vertraagd af te schrijven op een bedrijfsmiddel. Zo bestaat de mogelijkheid om in een bepaald jaar een hogere of lagere afschrijving in aanmerking te nemen dan met een ‘normale’ afschrijving mogelijk zou zijn. Het woord ‘willekeurig’ in artikel 3.34 Wet IB 2001 kan echter niet algebraïsch worden uitgelegd in die zin dat een eenmaal in aanmerking genomen afschrijving later ongedaan kan worden gemaakt door op het desbetreffende bedrijfsmiddel negatief af te schrijven en het dus op te waarderen.

. . . lees verder op Internet


Afmelden

Indien u deze nieuwsbrief niet meer wenst te ontvangen kunt u zich hiervoor afmelden door dit kenbaar te maken middels het sturen van een mail aan ons kantoor. Klik hiervoor op een van de knoppen bovenaan deze nieuwsbrief.

Disclaimer

Hoewel bij het samenstellen van de inhoud van deze digitale nieuwsbrief de uiterste zorg is nagestreefd, sluiten de samenstellers van deze digitale nieuwsbrief iedere aansprakelijkheid uit voor onjuistheden, onvolledigheden en eventuele gevolgen van het handelen op grond van informatie die in of via deze digitale nieuwsbrief beschikbaar is.